RTNL #1 de start

toerisme

Op road trip door Nederland. Waarom? Omdat Nederland het dubbel dwars waard is goed bekeken te worden.

 

Mijn road trip Nederland (RTNL) begon onstuimig, want het hagelde, sneeuwde, regende, donderde en blixemde terwijl ik met de geleende Renault van mijn broer (dank, Walter) de Rijksstraatweg van Abcoude afreed naar…. tja… naar wát eigenlijk….?
Deze road trip is deels uit nood geboren. Het liefst was ik naar mijn geliefde Berlijn getogen. Ook daar is alles dicht, koud, grijs en corona. ‘Dan maar Nederland’ dacht ik. Totdat ik in de boekenkast twee boeken vond, die de ‘dan maar Nederland-verzuchting’ in een ander daglicht stelden. Beide boeken zijn dit jaar jarig. Ze worden allebei vijftig. Het eerste is een ANWB-uitgave, waarin alle plaatsen in Nederland worden beschreven. Als ik dat boek volledig tot uitgangspunt van de road trip had genomen, was ik al klompendansend en mandenvlechtend door het land getogen. Heerlijk oudbollig boek. En toch interessant hoe men in 1971 naar Nederland en haar gebruiken keek. Heel af en toe lijkt er iets van moderniteit te zijn doorgedrongen, zoals zomaar een afbeelding van de Zeelandbrug. Het overgrote deel van hoe Nederland wordt beschreven is het bezoeken niet waard. Al was het maar omdat alle klompendansen wegens corona zijn afgelast.

Het tweede boek is een favoriet. Het Nederlandse Landschap van Bijhouwer. Dit prachtige boek beschrijft op aantrekkelijke manier hoe het Nederlandse landschap door de eeuwen is ontstaan. Jan Tijs Pieter Bijhouwer was naast tuin- en landschapsarchitect ook plantensocioloog. Over dat laatste kom je niet heel veel te weten in het boek. Des te leuker is om te lezen dat hij refereert aan Twentse familienamen die bijna allemaal eindigen op -ink. En Achterhoekse namen bijna allemaal op -ing eindigen, zoals Sissing, Lebbing. En dat dit komt omdat pachtboeren geslacht na geslacht op eenzelfde hoeve bleven wonen en boerenfamilies heten naar de boerderij. Zijn uitval naar hoe onnatuurlijk de Veluwe is doet me dat bosgebied uit mijn jeugd toch anders bekijken. Bijhouwer noemt de dennebossen van Nationaal Park de Hoge Veluwe ‘ofwel mislukte aanplantingen, óf zaailingen, verspreid in heide en zandverstuivingen uit die bossen, door de houtvester zorgvuldig op rijtjes gezet’. Steek die maar in je zak, Veluwe! (Bijhouwer, pagina 55). Al lezende in beide boeken kwam het idee op om een road trip door Nederland te maken, vanuit het landschapsgegeven. Ik probeer zo veel mogelijk verschillende landschappen aan te doen. Daarvoor moet ik het mij vertrouwde westen uit. De polders, droogmakerijen, dijken en duinen aldaar ken ik al vrij goed. Op naar het oosten.

‘Ik probeer zo veel mogelijk verschillende landschappen aan te doen’

Na twee dagen toeren maak ik een eerste tussenbalans op:

 

Wat is Nederland toch veelzijdig, qua landschappen. En wat is het toch ongelooflijk plat. Bij de eerste de beste heuvel die ik tegenkwam in de buurt van Gorssel, waar ik het eerst overnachtte, ging ik spontaan op de rem staan.

 

Het mooiste van het Nederlandse landschap blijven de luchten. Helemaal in het voorjaar, met felle zon, fikse buien en de snelheid waarmee dat zich afwisselt. Niets is fijner om in het donker tussen de ruitenwissers door licht te zien gloren aan de horizon. Dan weet je dat het nog even gutst van de regen, maar weldra over is.

 

Er is bijna geen weg meer in Nederland die niet is belijnd, bewegwijzerd, van elektrieke borden voorzien die aanlichten hoe hard u nu rijdt, van rotondes met verhoogde rijbaanscheiding (Klinkt als een menukaart van een gespecialiseerd scheidingsadvocaat, maar dat terzijde), overal lijnen, pijlen, verdrijfvakken. Heel Nederland is omgebouwd tot een groot Verkeerspark Assen. In 1957 werd een Jeugdverkeerspark gerealiseerd in de binnenstad van Assen op de Gouverneursplein. Kinderen leerden hier op een spelende manier het verkeer kennen. De regels werden aangegeven door middel van verkeersborden. In trapauto’s gingen kinderen de weg op om de verkeersregels te leren. Het Jeugdverkeerspark werd door de jaren heen uitgebreid met scooters. Ook werd een heuse verkeerstoren geplaatst waaruit de kinderen in de gaten werden gehouden. Door de groeiende populariteit werd de locatie de Gouverneursplein te klein https://www.duinenzathe.nl/verkeerspark-assen/

 

We zijn zó trots op Nederlandje dat sommige weilanden oranje zijn gekleurd. Glyfosaatparadijs Nederland.

 

Ik had deze toer volledig kunnen wijden aan de Forsythia. In het grijze landschap, waar bomen nog niet blad hebben, is de Forsythia een lichtend baken.

 

In een auto zonder TomTom of andere navigatie blijk ik over een relatief goed kaartgeheugen te beschikken. Daarbij helpt het enorm, dat ik als kind atlassen vrat. Bij deze road trip maak ik zeer dankbaar gebruik van de  Topo GPS van de Topografische Dienst app. Een wondertje in zakformaat (Iphoneformaat, vooruit). Die app maakt van je iPhone of Ipad een volwaardig GPS-apparaat, met zeer gedetailleerde kaarten. Ik zeg: downloaden die hap, want het komt altijd van pas. Een blik op de kaart en ik onthou ‘m bijna feilloos.

 

Er steekt een ijzeren logica hoe dorpen en steden in elkaar steken. Naast Topo GPS denk ik tijdens de road trip bij iedere plaats aan Wisburg. Dat is imaginaire stad die kartograaf Sebastiaan van den Brink heeft ontworpen. Wisburg is verzonnen, maar sterk geënt op hoe zo ongeveer iedere stad in Nederland in elkaar. Het is moeilijk verdwalen in Nederland.

 

Het vakantiepretpakket ‘voor onderweg’ dat mijn lieve moedertje me voor vertrek in de handen duwde, smaakt nog net zo goed als vroeger (en smaakt ook een beetje als vroeger. Hoewel Capri Sonne toch echt lekkerder is dan Wicky)

Na deze introductie zal ik in de komende afleveringen van RTNL verslag doen van landschap en belevenissen.

 

gerelateerd