RTNL #4 een onmogelijke opgave?

historie ・ natuur ・ road-trip-nederland

Op road trip door Nederland. Tien dagen toeren. Iedere nacht een ander bedje. Met ondertussen belevenissen van landschappen en steden. Deze keer: op zoek naar authentiek Nederlands landschap, een onmogelijke opgave? Van Winterswijk via Ruurlo naar Lievelde.

 

De Vrolijke Haan

In mijn vorige road tripblog stelde ik me de vraag: bestaat er in Nederland (nog) authentiek landschap? Zijn er plekken te vinden die duizenden jaren oud zijn? Waar nog niet aan gesleuteld is, verbouwd is, afgegraven of juist opgehoogd? Ik geloof dat ik iets had gevonden. Via de fijne Topo-GPS-app waar ik vaak op loer, zag ik een groen-paars gebied in de buurt van Winterswijk. Ik had de hele road trip kunnen boetseren rond grappige fantasienamen. Bijna had ik gelogeerd in De Vrolijke Haan, of Kom in de Bedstee of noem naar op. Deels had ik de road trip voorbereid, deels niet. Als je niks aan het toeval overlaat maak je ook niks mee zei grootmoeder altijd. Dus plande ik niet verder dan twee dagen vooruit de overnachting en keek ik op de dag wat het weer deed en wat mijn Topo-GPS in de aanbieding had. Vandaag viel ik op  ‘Vragenderveen’.

 

I hartje berken

Naast dit natuurgebied lag een allervriendelijkst vakantiepark. Verschillende huisjes in het bos, aan zandpaden losjes gegroepeerd. Het deed me denken aan de volkstuinparken uit (oost-)Berlijn, waarvan ik me altijd afvroeg waar de volkstuin ophield en de tweede woning begon. Het Vragenderveen werd het Korenburgerveen, want daar kon ik het gebied in. En wat voor een gebied. Via smalle niet-coronaproof planken (waarvoor je op de website van Natuurmonumenten heel netjes wordt gewaarschuwd, chapeau) liep ik over drassig veen en zand. Een uitkijktoren bood zicht op een prachtig gebied met berken en dennebomen. I hartje berken, want het zijn pioniers. Heb je zand met niks, of grond zonder voeding: een berk wil altijd. Ik heb ooit ergens gelezen dat berken een soort van ondergrondse wifi hebben, waardoor er nog meer berken en acacia’s komen. Die versterken elkaar. Berken kennen een fragiliteit die ik erg aantrekkelijk vind. Hoe berker, hoe beter. Desnoods op de manier waarop in Nederlandse steden in de jaren negentig pleinen zijn opgeknapt volgens de methode: alles bestraten/asfalteren, vier berken erin en die van onderen aanlichten. Desnoods.

De randen opzoeken

Omdat de dag nog niet om was en omdat de incheck op de volgende logeerplek Erve Kots (nomen est omen) pas om 15.00 was, had ik tijd over. Geïnspireerd door verhalen van de eigenaar van Westerflier had ik zin in nog een landgoed. Naar Ruurlo gereden. Daar kwam ik terecht op horecaspot De Heikamp, die ook het Klimbos Achterhoek uitbaten. Groter dan het contrast met het Korenburgerveen kon het bos niet zijn. Zo’n saai, aangeplantachtig Nederlands met kaarsrechte paden, met overal verwijsbordjes en knooppunten en routes en toeristische overstappunten. Mocht je eventueel willen zwerven voel je je meteen schuldig omdat je niet een van de zensendertig verschillende uitgezette routes als uitgangspunt neemt. Snel liep ik het bos uit. Randen en grensgebieden, of het nou bos-wei, duin-polder, strand-zee of andere randen zijn fascineren me. Zal wel iets met mijn persoonlijkheid te maken hebben. Hier lag een wei waar een boer flink aan het ploegen sloeg. Heel authentiek.

‘Mocht je eventueel willen zwerven voel je je meteen schuldig’

Na dit teleurstellende bos snel naar de logeerplek. Die de eer had, om in de categorie ‘gekke pleknamen’ te winnen: Erve Kots. Dat wou ik wel eens zien. Het bleek een aller schattigst plekje, waar al vroeg in de jaren zestig ruimte is gemaakt voor de recreërende mens. Met een mini-openluchtmuseum (gesloten), een kaasboerderij waar je kan zien hoe kaas wordt geproduceerd (gesloten, winkel alleen op afspraak) en zeeën van conferentie- en vergader/bruiloft/verjaardagszalen (allemaal leeg want gesloten) en een herberg (twee gasten, waaronder ik). Ik was blij dat er niemand was. Hier merkte ik voor het eerst de grote impact van corona op de recreatiebranche. Naast Erve Kots lag het Familiepretpark Megapret. Ook dicht.

Een rondje rond het erf, daarna onder de wol. Dromen over authenticiteit en waar die toch gebleven is. En alvast over Tolkamer, rivierenland want dat zou mijn volgende bestemming zijn. Daar moet Nederland toch echt authentiek wezen?

 

gerelateerd