Struikroven

bewegen ・ groen ・ natuur ・ publiek-domein ・ tuin

In de mail een bericht van Groenplatform Zuidoost: een oproep om te komen struikroven. “Te komen wát?” dacht ik als eerste. Het blijkt een fantastisch initiatief te zijn. Een stichting die er voor zorgt dat bij bouw/renovatieprojecten het verdwijnende groen niet het kind van de rekening wordt. Medewerkers van de stichting plaatsen een oproep, organiseren een dag en voilà: iedereen die wil mag gratis komen struikroven. De naam doet iets alternatief -kraakachtig vermoeden: dat is het zeker niet. Illegaal ook niet, want in overleg met de eigenaren van het groen, in het geval van mijn eerste -en zeker niet laatste- struikroofactiviteit. Achter het initiatief gaan ‘grote’ namen schuil: Vesteda, New Horizon Urban Mining B.V., Heijmans, Gapph Vastgoedbeheer

Verdwijnende tuin

Mijn eerste struikroofervaring vond plaats rondom de ABN-AMRObank in Amsterdam-Zuidoost. Dit gebouw van architect BroekBakema is in 1987 opgeleverd. Architectonisch was deze bank tegenhanger van het nabij gelegen zandkasteel, de NMB-bank. Dat bakstenen gebouw was door antroposofisch geïnspireerde architecten Ton Alberts en Max van Huut ontworpen. De ABNAmro was strak, wit, voornaam. In 2015 heeft Donkergroep het groen om de bank aantrekkelijker gemaakt. Nu de kantorenwereld moet verduurzamen en de kantoorbehoeften veranderen, gaat BroekBakema dit gebouw opkalefateren en verduurzamen. Maar de tuin gaat verdwijnen.

‘Zaterdag 2 april werd ik tijdelijk struikrover’

In het midden: ABNAMRObank, rechtsboven het Zandkasteel / NMBbank, 1986. Bron: Stadsarchief Amsterdam

Feest

Zaterdag 2 april werd ik tijdelijk struikrover. Ik kan niet anders zeggen dat het een feest was. Het weer werkte mee: zonnig, fris windje; ideaal tuinweer. Er kwam van alles op af. Keurige dames die weigerden planten bij hun Nederlandse naam te noemen en voortdurend met Latijnse namen smeten, bescheiden meisjes die me vroegen welke plant dit was en welke kleur vooral. ABNAMRO-bankmedewerkers waar, ondanks de vrijetijdskleding, het driedelig blauw bleef doorschemeren. Maar ook semiprofessionals die een Amelanchier (eh… krentenboompje) achterin de boedelbak probeerde te proppen. Heel veel activiteit, heel veel gezamenlijkheid. Gesprekken over groen, planten en tuinieren ontstaan zo vanzelf. Over grootte, groei, kleuren, maar ook de dilemma’s. Heeft het zin, om die mooie beukhaag voor mijn neus uit te graven? Heb ik daar wel plek voor? Zal ik er plek voor maken?

Hoe langer aanwezig, hoe hebberiger ik werd. Er was een assortiment dat mij goed van pas kwam (kattenkruid, brandkruid, Japanse anemoon, geranium) en ik weet 100% zeker dat hier stevige planten zijn neergezet die goed tegen de omstandigheden kunnen. Uiteindelijk heb ik zeven Japanse spirea’s uit de grond staan spitten, om in mijn eigen tuin te kunnen herverplanten.

‘Mens en natuur varen er wel bij’

Tweede kans

Wat wil je nog meer: planten worden hergebruikt (circulariteit), mensen praten met elkaar (gemeenschapszin) en ik merkte dat sommigen alle struikroofactiviteiten aflopen, die door het hele land georganiseerd worden (communitybuilding). En dat alles wordt (betaald!) georganiseerd door de mensen achter Struikroven.

Ik zou zeggen: woningcorporatie, ontwikkelaar, gebouweigenaar: huur Struikrovers in om je groen een tweede kans te geven.

 

Mens en natuur varen er wel bij.