UWAW

architectuur ・ stadsontwikkeling ・ stedenbouw ・ wonen

Er werd een verkoopevent georganiseerd voor omgebouwde wijnsilo’s. Dat wou ik zien: hoe slijt je in amsterdam anno 2023 exclusieve woningen? In de woningen zelf was ik minder geïnteresseerd dan in het evenement. Het leek me een gimmick: oude wijnsilo’s herplaatsen en tot woningen ombouwen. Ik ken omgebouwde waterzuiveringstrommels in Amsterdam (van buiten). Die zien er weldoordacht en intelligent ontworpen uit. Bij deze silo’s was me bij het langsfietsen eerder niets bijzonders opgevallen. Gewoon, simpel, wit.

Maar niet op dit verkoopevent. Van alles was uit de kast getrokken. Bij de entree op de begane grond scheen een gekleurde spot optimistisch naar het firmament. “Volg mijn oranje schijnsel en je wordt hemels gelukkig” leek de spot uit te stralen. In de lift naar boven spraken we een bewoonster, die niet op de hoogte was van het evenement. “Kom ook!” riepen we in ons verkoopeventhousiasme. Even later kwamen we haar tegen in de silo.

Toio

Van drie silo’s waren er twee te bezichtigen. Een was smaakvol ingericht, de ander casco. In de ingerichte silo was het druk. Op de drempel kregen we een glaasje -nooit bubbels- zeggen. Er waren chique hapjes, met tonijn. Door de drukte en de herrie van de dj verstond ik ‘konijn’. Boven het gepraat uit spraken we met een verkoopmeneer, die uitlegde waarom dit verkoopevent was georganiseerd. In de hoek –nee dat kan niet, silo’s hebben ronde wanden– stond Toio van Achille & Pier Giacomo Castiglioni te vereenzamen. “Together we create a better society” las ik de boektitel die op een bijzettafeltje lag.

‘Houd jij van een beetje rauw en authentiek?’

Zeeën van ruimte

“Houd jij van een beetje rauw en authentiek? En heb je liever iets bijzonders dan zeeën van ruimte?”. Op deze locatie op het Cruquiuseiland in Amsterdam-Oost stond ooit een wijnterminal van de firma Roders, met vijf silo’s om wijn op te slaan. Drie van de vijf zijn op het dak van nieuwbouwproject Cruquius 1.4 gezet. Een project met een ingewikkeld staaltje van menging van woningen en andere functies. Onderin huist The Harbour Club. Dat vereist technisch precisiewerk van LEVS Architecten, om bewoners boven de club niet ongewild deelgenoot te maken van de verdwijntrucs van Hans Klok.

Verkeersruimte

Via het gemeenschappelijk dakterras liepen we naar de casco (= lege) silo. Tussen de drie silo’s stonden bakken met bamboe te wuiven. De cascosilo leek, ondanks het gebrek aan bubbelsminnende potentiële kopers en smaakvolle meubels, kleiner dan de ingerichte. Lage plafonds. De silo’s zijn eigenlijk lang zo groot niet. Ik schat in: niet meer dan zeven meter in doorsnee. De drie verdiepingen zorgen ervoor dat de tweede verdieping vooral verkeersruimte is. Geen zee van ruimte, die lag buiten. Want dat moet gezegd: het uitzicht is fenomenaal, zowel over de Entrepothaven als richting stad.

UWAW?

De oranjerozerode avondlucht kleurde parallel met de uplighters die onderaan de silo’s waren gezet. Het deed me denken aan restaurant Rodeo Berlin. Daar sleurde ik als Berlijnse rondleider iedereen mee naartoe, vanwege het spectaculaire plafond. Toen ik daar met mijn broer – werkzaam in lichttechniek – was zei hij: “hang een kleurfilter voor een lamp en mensen vallen in katzwijm”. Mijn kennis die meebezocht zei dat in zijn vorige woonstek Sjanghai plekken als deze bijna altijd rooftopbar waren. “Wordt in Amsterdam dan toch altijd alles UWAW?” dacht ik, mijn #UWAH hashtag in gedachten. Uiteindelijk Wordt Alles Wonen? School, kerk, fabriek, loods, silo? Voorheen leken de plannen veelbelovend. In de buurtkrant was de belofte ooit: “We denken na over een definitieve bestemming. We kunnen er hotelkamers van maken, vergaderlocaties of expositieruimtes. Alles ligt open.”

 

Toen we wegfietsten viel me een aankondiging op de Harbour Club op. “The Amsterdam Drag Show, the most magnificent drag production in Europe.”
Naast me viel een kwartje op de grond.